Mijn seksleven is saai. Vier woorden, zo zwart op wit, die een storm aan emoties bij me oproepen. Ik schaam me, want het voelt als falen. Ik voel me oud, lelijk, opgebruikt. Ik ben boos! Razend! Woedend! op mijn echtgenoot. Hij geeft me het gevoel dat ik een tweedehands auto ben: je rijdt er in bij gebrek aan beter, maar een wekelijkse sopje kan zo’n brik op zijn buik schrijven. En lekker in de wax zetten? Hoezo?
Mijn geliefde is verworden tot (excuse my French) een tieten-kutman. Hij potelt wat aan mijn tepels, rommelt wat zuidwaarts en dat moet dan voldoende zijn om mij op te warmen. Als ik niet snel genoeg reageer – uiterlijk bij het derde rondje om de tweede tepel – vat hij dat op als een afwijzing, waarop hij zuchtend naar zijn eigen bedhelft rolt. En het binnen een halve minuut op een zagen zet.
Mijn andere erogene zones zijn volledig uit beeld. Alle gevoelige plekjes die hij vroeger moeiteloos kon vinden zijn uit zijn repertoire verdwenen. Sterker nog: we zoenen amper tijdens een vrijpartij. Hoe vaak heb je mij niet horen roepen: ‘Een dag niet gezoend is een dag niet geleefd’? Geloof me, ik ben al maanden morsdood.
(Beste lezer, je realiseert je hopelijk dat dit een blog is en dat chargeren toegestaan is?) Toch maakt de herinnering aan onze seksuele vibe van vroeger me intens verdrietig. Vrijen alsof je alle tijd van de wereld hebt, op alle denkbare plaatsen. Hoe zijn hand op mijn onderrug de vlammen naar mijn wangen kon jagen. Ik mis het. Ik mis het gevoel jong, mooi en geliefd te zijn. Ik mis die bruisende energie, ik mis mijn stralende ik.
Ik denk aan vriendin F en haar uitnodiging om naar Ibiza te komen, naar het huis dat ze daar geritseld heeft. Ik recht mijn rug, neem een besluit en grijp naar mijn telefoon. Ik app haar: ‘It giet oan!’