Mijn vriendinnen hadden gesproken: ik moest mijn minnaar aan zijn getrouwde wilgen hangen en me open stellen voor nieuwe contacten. Dat had ik mezelf natuurlijk al tientallen keren voorgenomen, maar uit de mond van een ander klinkt het toch net even nuttiger dan uit de mijne.
Dat dringende advies was dus de reden dat ik mij afgelopen zaterdag naar café P. sleepte, in de hoop dat B. daar zou zijn, de enige man die ik kon bedenken waarvoor ik me dan, als het echt moest, wel open wilde stellen. Al was het alleen al omdat hij me er telkenmale van verzekert dat ik de mooiste lach van Rotterdam heb. (Natuurlijk realiseer ik me dat hij die glimlachende lippen het liefst rond zijn geslacht ziet, maar ik moet toegeven dat het mijne zich ook nooit onberoerd laat bij het compliment.) Het geluk was met mij: B. zat inderdaad aan de bar, met wat zo te zien niet zijn eerste biertje was, en een brede grijns waarmee hij mij begroette als hiervoor omschreven.
De verdere avond ging zoals dat gaat: we deelden biertjes, kwinkslagen, steelse aanrakingen en uiteindelijk ook speeksel. Daarna slenterden we hand in hand richting mijn huis en richting een veelbelovend potje openstellen.
Hier is enige uitleg noodzakelijk. Ik ben namelijk een snuffelaar. Ik ruik aan alles. Dus ook aan vieze sokken en andere dingen waar je je geen voorstelling van wil maken. Maar vooral aan lekkere dingen, zoals het haar van B. en het kraagje van zijn shirt. Mijn neus is hypersensitief en verdraagt wel vieze luchten, maar uitsluitend de mijne. Ik heb zelfs wel eens een vriendje de laan uit gestuurd omdat hij naar zweet rook. Onverdraaglijk.
En B. rook zalig. Een beetje naar appeltjes, een beetje naar gestreken overhemden en ook een beetje naar die lekkere wasverzachter die naar baby’tjes ruikt. Mijn hele lijf verheugde zich inmiddels op de belofte van die heerlijke geuren; mijn borsten spanden zich in mijn bh en zonden signaaltjes uit naar mijn vagijn. Bovendien zoende deze B. precies goed. Niet te nat, niet te veel tong, met zachte lippen en een exact het juiste ritme. Kortom: ik had er zin in.
En toen.
En toen. Ja toen, toen lagen we heerlijk te vozen, aan elkaars kleren te trekken en eindeloos te zoenen. Hell yeah! Tot hij zei: ‘Wacht even, ik ben zo terug!’ en met zijn goed geproportioneerde torso richting badkamer vertrok. Goeie timing, want zo kon ik gauw wat laatste kleren van mijn lijf trekken en me met mijn allerhitsigste setje in een fraaie pose gooien. Haar als een waaier op het kussen, de ogen geloken, op mijn zij met één been licht gebogen… Toen hij terug kwam en zich met schitterende ogen over mij heen boog (‘Eindelijk die mond om mijn lid!’, moet hij gedacht hebben) rook ik het.
Die gast had gewoon zitten schijten.
Serieus! Ik rook geen zeep, dus hij had zelfs niet de moeite genomen om zijn handen te wassen. Gat-ver-damme. Wat onbeschrijflijk góór! Doe eens een gooi hoe mijn libido er op dat moment voor stond. Juist. Van honderd naar nul in één seconde.
Ik weet niet meer precies hoe ik hem de deur uitgewerkt heb. Ik weet wel dat ik daarna mijn vriendinnen heb gebeld. En ook dat ik hen de volgende dag mijn excuses moest maken voor dat gesprek.